Storytime: Maandagochtend: De (on)zichtbare hand boven mijn hoofd

Gepubliceerd op 11 oktober 2025 om 19:51

 

Maandagochtend, rond 06:30 uur. Plotseling ging de deurbel. Het eerste wat ik dacht was: “Wie belt er in hemelsnaam zo vroeg aan?” Toen ik het raam opendeed, zag ik twee agenten op de stoep staan. Ze vroegen of ik mijn auto aan de hoofdweg had geparkeerd, en zo ja, of ik dan direct mee kon komen.

In een roes trok ik mijn jas en schoenen aan, pakte mijn autosleutels en liep met een vreemd gevoel naar buiten. Een van de agenten ving mij op en bracht het nieuws: een automobilist was met hoge snelheid van de weg geraakt en frontaal op mijn geparkeerde auto gebotst. Zijn voertuig kwam tot stilstand door mijn auto, die daardoor ook de auto achter mij meesleurde in de klap. De bestuurder bleek medisch onwel te zijn geworden en was met een traumahelikopter naar het ziekenhuis gebracht.

Toen ik bij mijn auto aankwam en naar de bestuurderszijde keek, schrok ik. Wat ik daar zag, hou ik liever voor mezelf. Eén ding was duidelijk: mijn auto zou total loss worden verklaard. En toch voelde ik vooral dankbaarheid. Doordat mijn auto daar stond, werd erger voorkomen. Zonder die botsing was de auto waarschijnlijk doorgeschoten en in de huizenrij beland.


Een buurvrouw vertelde dat ze wakker was geschrokken van een harde knal en nog stond te trillen op haar benen. Spullen werden uit de auto gehaald, formulieren werden ingevuld, er werden foto’s gemaakt en daarna werd er gewacht op de sleepwagen die alle drie de voertuigen zou meenemen. Tussendoor probeerde ik de agenten om meer informatie te vragen, maar vanwege privacy konden ze weinig loslaten.

Later die ochtend liep ik nogmaals naar de plek van het ongeluk. Op het asfalt waren de bandensporen nog duidelijk zichtbaar. Brokstukken van mijn auto lagen verspreid over de parkeerplaats. De dagen daarna belandde ik in een wirwar van telefoontjes, formulieren en verzekeringskwesties. Ik kreeg drie dagen de tijd om te beslissen wat er met mijn auto moest gebeuren. Uiteindelijk gaf ik toestemming om hem naar de sloop te brengen.

De eerste dagen leefde ik in ongeloof. Pas op de derde dag, toen ik formeel akkoord gaf voor de sloop, begon het echt door te dringen. Alles viel even stil. Beelden, geluiden, gesprekken, alles kwam terug. Ik was verdrietig. Niet alleen om mijn auto, maar ook om wat er met de bestuurder was gebeurd. Diep van binnen voelde het allemaal niet goed aan.


Ik nam afscheid van mijn auto. Ik had hem nog niet zo lang, maar ik was er vanaf dag één blij mee. Ik hield hem schoon, verzorgde hem goed, en hij bracht me altijd veilig van A naar B. Een dag voor het ongeluk had ik hem nog netjes geparkeerd aan de hoofdweg. En daar stond hij, op het moment van de botsing. Zonder mij erin. Hij hield me thuis. Hij ving die klap op. Die gedachte raakt me nog steeds diep: als ik in de auto had gezeten, had ik dit misschien niet kunnen navertellen.

Het hele voorval gebeurde volledig buiten mij om. Terwijl ik nietsvermoedend wakker werd gemaakt door de deurbel, klonken even later sirenes en landde een traumahelikopter, zonder dat ik wist dat mijn auto daarin een rol speelde.

Het leven kan in een fractie van een seconde omslaan. Er gebeurt zoveel om ons heen waar we geen weet van hebben, totdat het je persoonlijk raakt.


Gelukkig stond ik er niet alleen voor. Hulp van mijn inner circle was er vanaf de eerste seconde en daar ben ik dankbaar voor. Inmiddels rijd ik in een andere auto en eigenlijk ben ik er niet op achteruitgegaan. Mijn nieuwe auto is iets nieuwer én heeft airconditioning. Dat is, met mijn longaandoening, een grote uitkomst op warme dagen en tijdens lange ritten.

Toch liet deze gebeurtenis een schaduw achter. Veel later kreeg ik bericht dat de bestuurder van het andere voertuig in het ziekenhuis is overleden. De tranen stroomden over mijn wangen. Hoe kon dit in hemelsnaam gebeuren? Het is inmiddels maanden geleden, maar ik kan er nog steeds moeilijk over praten. Dus deel ik mijn gedachten samengevat in deze blog.

Dankbaarheid en verdriet kunnen naast elkaar bestaan. Je kunt een verlies voelen, ook al ben je zelf ongedeerd gebleven. Het leven is heel fragiel. Het kan snel veranderen. Het herinnert me eraan om het leven niet als vanzelfsprekend te beschouwen. Het blijft wrang om te beseffen dat een gebeurtenis die voor mij eindigde met blikschade, papierwerk en verwarring, voor een ander het einde van zijn leven betekende. Soms voelt het alsof ik iets heb gekregen wat hij is kwijtgeraakt: tijd. En dat besef ik mij maar al te goed.


© Blog a la Syr

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.